Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Bel [1]is gekromd, [2]Nebo wordt nedergebogen, [3]hun [4]afgoden [5]zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; [6]uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide [beesten]. 1. Bel is de naam van den voornaamsten afgod der Babyloniers; zie Dan.1:2 in de aantekening. Als de stad Babel van de Perzen is ingenomen geweest, zo zijn ook de goden der Babyloniers verstoord en als gevankelijk naar Perzie gevoerd geworden. 2. Nebo is ook de naam van een afgod bij de Babyloniers. 3. Te weten der Babyloniers. 4. Hebreeuws, smarten; omdat de afgoden dengenen, die hen dienen, smarten veroorzaken. 5. Dat is, zij zijn geladen op de dieren en de beesten, namelijk, dat die hen in Perzie zouden brengen. 6. De zin is: de lastdragende beesten, die de Perzen gebruiken zullen om uwe afgoden te vervoeren, zullen er zo zwaar mede geladen zijn, dat zij er moede van worden zullen.